Wie was Herman Berkien
Herman Berkien is op 15 juni 1942 geboren in de Dichterswijk in de Huygensstraat. Daar is hij opgegroeid en naar de lagere school gegaan, de Gerardus Majella in de Amaliadwarsstraat. Herman was een jongen met fel wit haar, waarvan de buurvrouw zei: “Als je in dat jochie z’n haar kijkt, dan verblind je bijkans”.
Het gezin van zeer hecht. Bij het gezin heerste het ‘samen uit-, samen thuisgevoel.’. Elke zondag naar de kerk en veel respect voor vader Jo en moeder Mien. Iedere dag om klokslag zes uur eten met het hele gezin. Van tafel lopen was er niet bij. Bord leeg en netjes wachten tot iedereen klaar was. Er werd weinig gezegd aan tafel, dat kon ook niet, want iedereen had zijn mond vol. Afspraak was afspraak in het gezin. Als je om 20.00 uur thuis moest zijn, en kwam je om 20.15 uur thuis dan deed vader het raampje in de deur open en zei quasi chagrijnig, “wat kom je doen”. Herman antwoordde dan “Ik woon hier”. Hij liet Herman echter gewoon staan. Als je geluk had dat moeder Mien in de buurt was, werd hij via het zijgangetje naar boven geloodst. Het gezin Berkien was een groot gezin, ze waren met zijn tienen. Het was, wat tegenwoordig heel gewoon is, een samengesteld gezin.
Op zijn 18e gaat Herman in militaire dienst. Dat was in 1961. Groot verdriet was dat zijn vader in datzelfde jaar, in de nieuwjaarsnacht, overleed. In zijn vrije tijd studeerde hij copywriting. Intussen verhuisde zijn moeder naar Hoograven, waar ze schuin boven Anton Gesink kwamen te wonen. Herman ging na dienst werken, onder andere bij etikettenfabriek Avery, Interlas, waar hij logo’s voor op de auto, lichtreclames, het jaarverslag en schreef hij vakbladartikelen. In de avonduren studeerde hij op de kunstacademie. Dat hield hij twee jaar vol. In die tijd zat hij in een studentikoos cabaret groepje. Zijn rol was vooral komisch, wat praten en wat zingen.
Inge
Zelf zegt hij daarover: in 1990 kwam ik Inge tegen, Ze woonde om de hoek in Lunetten, waar ik inmiddels woonde. Inge kwam regelmatig twee sperziebonen en een aardappel brengen. Echt heel vreetzaam. Inge was mijn sperziebonen Express. Toen ik 50 werd zijn we getrouwd. Dat vond ik makkelijk, wist ik altijd precies hoe lang ik getrouwd was’. Inge zou zijn vrouw blijven tot zijn overlijden.
In Utrecht had je het Muzeval theater van Hennie Oliemuller. Iedere zaterdagavond kocht Herman een kaartje. Hij ging er later werken als barkeeper en moest zijn theedoek neerleggen en meedoen, toen een van de andere artiesten niet kwam opdagen. Hij mocht na de pauze ook een eigen nummer doen, dat werd opa Truffel. Hij vond het spannend, maar toen hij een recensie las waarin stond: ‘leerling overtreft meester’, is hij toch gaan nadenken. Hij had aan het theater geroken en dat vond hij een prima geurtje.
Later ging hij spelen in het YMCA-zaaltje aan de Oudegracht, waar hij voor het eerst geheel zelfstandig op de planken stond. Ze groeiden eruit en ging naar de Stichtse Taveerne. “We deden vooral dingen van humoristische aard.” Later ging hij samenwerken met Tineke Schouten. Dankzij de volle zalen die ze trokken, is hij doorgegaan. Hij heeft wel eens gezegd dat als de zaal steeds halfvol was geweest, was ik misschien wel gekapt.
Het werden zoveel avonden dat hij uiteindelijk besloot te stoppen met zijn andere werk. Voordat hij die beslissing nam is hij eerst naar een waarzegster geweest. “Zij zag mij op een verhoging staan, met heel veel mensen die allemaal plezier hadden”. Herman werd beroepsartiest.
Overlijden
In 1992 was Berkien presentator van het satirische Veronica -programma Nieuwslij (parodie op het actualiteitenprogramma Veronica’s nieuwslijn). Na een aantal afleveringen hiervan werd de naam gewijzigd naar Nieuwsbrein.
In 2002 werd Berkien benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. Voor zijn bijzondere inzet en verdiensten voor de stad kreeg hij in 2004 de Utrechtse stadsspeld.
In juni 2004 werd geconstateerd dat Berkien kanker had. Hoewel hij na behandeling genezen werd verklaard, kwam de ziekte weer terug. Na een korte ziekenhuisopname in juni 2005 overleed Berkien op 63-jarige leeftijd. Hij werd onder grote belangstelling gecremeerd in het Crematorium Daelwijck te Utrecht. De zanger Martin van Doorn verzorgde het muzikale gedeelte.